Verschillende problemen waarmee metaalstempelverwerkingsfabrieken worden geconfronteerd
1. De loonkosten blijven stijgen.
In de huidige samenleving van' kiezen de meeste jonge mensen er niet voor om zich bezig te houden met het harde en saaie stempelwerk. Wat iedereen nastreeft is gemak en gemak of snel succes, denkend dat na een of twee jaar productie het maandsalaris meer dan 10.000 is, wat gewoon onmogelijk is. Een groot aantal zogenaamde stempelmensen komt eigenlijk gewoon langs in de branche. Ze denken alleen dat dit een hardwerkende industrie is. In feite zijn er veel capabele mensen die geworteld zijn in de maakindustrie die het goed doen. De meeste binnenlandse metaalstempelfabrieken zijn arbeidsintensief en de vraag naar productiearbeiders is groot en er is geen werving. In combinatie met de prijsstijgingen van de afgelopen jaren zullen de lonen uiteraard stijgen.
2. Wrede concurrentie tussen leeftijdsgenoten.
De toetredingsdrempel van de stempelindustrie is relatief laag, wat resulteert in een mengeling van vissen en draken in de hele industrie, en wrede concurrentie is onvermijdelijk. Niet alleen de kwaliteit is ongelijk, maar de prijs wordt voortdurend naar beneden gedrukt en de winstmarge is al erg zwak.
3. Prijzen en fabrieksprijzen blijven stijgen.
Ook de prijzen van grondstoffen en apparatuur die nodig zijn voor de productie van metalen stansonderdelen stijgen, waardoor de druk op stansfabrieken blijft toenemen. Het belangrijkste is de stijging van de werkplaatskosten. Tegenwoordig drijven ook de hoge huizenprijzen de werkplaatshuren jaar na jaar op. Veel metaalbewerkingsfabrieken moeten hun fabrieken verhuizen naar relatief afgelegen locaties.